Vier mannen uit de lagere sociale klasse: de tirannieke, explosieve Max, zijn broer Sid, die zich niet uit het veld laat slaan en zijn zoons Lenny, souteneur met een watervlugge babbel en Joey, een amateurbokser met een grote seksuele potentie, zijn binnen hun mannengemeenschap voortdurend in de weer hun territorium af te bakenen. Ze maken elkaar het leven zuur met hatelijkheden en openlijke vijandigheden. In dit mannendomein geldt het recht van de sterkste. Wie zich niet aan deze junglewet conformeert, verlaat het strijdtoneel als de onvermijdelijke verliezer.

Dan komt derde zoon Teddy, die aan de universiteit filosofie doceert en het milieu is ontgroeid, onverwacht uit Amerika om zijn vrouw Ann, voormalig pornomodel, aan de familie voor te stellen. Al gauw blijkt dat hij te lichtzinnig vertrouwt op vanzelfsprekend geacht moreel fatsoen. Vader, oom en broers storten zich onmiddellijk op Ann als uitgehongerde roofdieren. Zij ondergaat hun grofheden, seksuele vrijpostigheden en handtastelijk gedrag stoïcijns alsof het haar niet treft. Ann lijkt ongrijpbaar, maar voelt zich als een magneet aangetrokken tot de vier mannen. Pinter zou Pinter niet zijn als er niet iets gebeurt in de relaties waardoor de verhoudingen binnen de kortste keren totaal omgedraaid worden.